Barbara GHISLAIN

 Het hout heeft onder andere een motorische functie voor de boom, waardoor deze verticaal kan worden gehouden of zelfs rechtop kan staan als dat nodig is. Spanningshout vervult deze motorische functie bij bedektzadigen. Dit weefsel ontwikkelt zich aan de bovenkant van een schuine as en genereert hoge trekspanningen die een stam omhoog kunnen buigen. Bij de meeste soorten wordt de anatomie van spanhout gekenmerkt door een gelatineachtige laag (G-laag) die in de vezelwand geligifieerd is, hoewel de literatuur zich heeft gericht op de studie van spanhout met een niet-geligifieerde G-laag. Spanningsspanningen worden in de G-laag opgewekt tijdens de celrijping. Bij een klein aantal soorten is de G-laag afwezig in spanhout en worden de hoge trekspanningen opgewekt door de interactie van het hout met de schors. Hoewel trekspanning in afzonderlijke compartimenten (hout en/of schors) wordt opgewekt, hebben deze twee mechanismen voor het opwekken van trekspanning vergelijkbare herstelmogelijkheden in het juveniele stadium. Deze twee mechanismen gaan echter gepaard met verschillende bouwkosten. De resultaten van deze studie openen nieuwe wegen voor onderzoek, met name naar de functionele rol van lignine in de G-laag.